Het is 4 mei als ik dit stuk schrijf. Bij veel huizen in de wijk hangt de vlag halfstok. ‘Gelukkig maar’, zeg ik tegen m’n vrouw als we tijdens een middagwandeling de huizen met vlaggen passeren. ‘Klopt het wel dat de vlaggen nu al halfstok hangen?’, reageert ze. ‘Dat weet ik niet, maar in dit geval maakt het me niet uit of het protocol wordt gevolgd’, antwoord ik. Ik ben al lang blij dat de mensen stilstaan bij de slachtoffers van de verschrikkelijke oorlogen. Maar ook ben ik blij dat de vlaggen op de goede manier aan de masten wapperen; rood boven, gevolgd door wit in het midden en blauw onderaan. Voor mij een vanzelfsprekendheid, als symbool voor de vrijheid.
Op verjaardagen hoorde ik spannende verhalen over de Tweede Wereldoorlog. Verhalen over ooms die ondergedoken zaten in het bos, om te voorkomen dat ze in het land van de agressor te werk werden gesteld. Verhalen over dorpsgenoten die deze ooms zouden verraden als ze de kans zouden krijgen. Verhalen over het kleine joodse jongetje met een geestelijke beperking. Hij had een trekharmonica waar hij de hele dag mee speelde als enige afleiding tijdens de oneindige oorlog. Zijn dierbaarste bezit werd voor zijn ogen door Duitse soldaten uit elkaar getrokken en vertrapt. Als mijn accordeon-speldende-vader dit verhaal weer eens vertelde, hoorde ik de verontwaardiging doorklinken in zijn stem. Alsof het zijn accordeon was die door die vuillakken werd vernietigd en het morgen zo maar eens weer zou kunnen gebeuren.
Maar in vrede leven betekent ook dat we met onvrede moeten kunnen omgaan.
Er zijn mensen die in onvrede leven omdat ze ongekend onrecht wordt aangedaan. Vaak hebben deze mensen geen vlag, laat staan een plek om deze op te hangen. Want, hoelang blijft een vlaggenmast op een instabiele ondergrond overeind? Moet je het ergens melden dat je een vlag cadeau gekregen hebt van iemand omdat je zelf geen geld hebt? Wordt het gepruimd dat je, op de vlucht voor een oorlog, een eigen vlag in elkaar naait en voor het raam hangt omdat je niet mag werken en daardoor ziek wordt van verveling?
Omgaan met onvrede betekent niet dat je de symbolen, die bij de vrijheid horen, geweld aan doet. Want zodra je afstand neemt van onze democratische verworvenheden geef je je eigen vrede, en de vrijheid van anderen op. Geen enkel individu, of kleine elite, heeft patent op de waarheid en beslist over de vrijheid van anderen. Geen enkel individu, of kleine elite, kan een hypotheek nemen op een toekomst waarin menselijke, economische of klimatologische waarden geweld worden aangedaan.
De democratie houdt rekening met minderheden maar is ongevoelig voor ongefundeerd slachtofferschap. Onvrede kent vele gezichten, vrede slechts één. In de puurste vorm die ons in vrijheid laat leven. In een democratie die met iedereen rekening houdt, die het algemeen belang boven het gewin voor het individu stelt. Met respect voor de symbolen die de vrede representeren.
Want alleen deze vrede is duurzaam en smaakt naar meer!