In verscheidenheid verenigd

Mijn oog viel op de bomen, toen ik aan kwam rijden. ‘Hier klopt iets niet’, schoot er door m’n hoofd. Ik minderde vaart. Het duurde even voordat ik door had wat er niet klopte aan het beeld dat opdoemde nadat ik de bocht uit kwam. De bomen waren volgroeid, ze torenden hoog boven alles in de omgeving uit. Kwam het door de winter, dat de volwassen bomen me opvielen? In de zomer vormen ze vast en zeker een schitterend decor, daar op die plek waar de tranen van de bewoners de wortels zouden kunnen voeden. Het is winter, des te triester de aanblik.

Ik had de binnendoor-route genomen toen ik terugreed na een bezoek aan een stadje in de buurt. Ze kunnen vierbaanswegen aanleggen zoveel ze willen, als ik zin heb in landerigheid dan neem ik daar de tijd voor. Het rijden van verschillende routes schijnt ook nog eens goed te zijn voor het brein. Dit keer vielen me de hoge bomen op die uittorenden boven het asielzoekerscentrum in m’n dorp.

Asielzoekerscentra waren vroeger tijdelijke bouwwerken. Nog voor de bomen in de pubertijd kwamen hadden de bewoners meestal al een vaste plek gevonden. Sommige mensen konden terug naar hun eigen land, anderen wortelden hier. Het feit dat de bomen volwassen waren geworden, leerde mij dat de wereldvrede al heel lang geen vanzelfsprekendheid meer is. De aanzicht van de volwassen bomen confronteerde mij keihard met dit feit.

Er liepen mensen in en uit, kinderen speelden in de speeltuinen. Een evangelist stond met een boodschappentrolley, volgehangen met Bijbelteksten naast de ingang van het centrum. Ik schrok van de aanwezigheid van de evangelist. Zaten de gevluchte mensen hier wel op te wachten? Bracht de evangelist troost, een luisterend oor of strooide hij zout in oude wonden van de mensen? Het schoot allemaal door m’n hoofd.

De bewoners wonen geïsoleerd in hun eigen containerwijk. Een parkeerplaats die even rust brengt, waar je het spook uit het verleden niet achter kunt laten. Ernaast is een villawijk in aanbouw die de volwassenheid nadert. Twee parallelle samenlevingen buiten onze samenleving.

In het asielzoekerscentrum groeien de bomen tot de hemel. De buren, in de villa’s, moeten nog even geduld hebben. Hun bomen reiken hooguit tot de schouders van kinderen in de puberleeftijd. Kinderen die samen sporten, samen naar school gaan, maar ook van elkaar leren om in bomen te klimmen. Bomen in het bos dat aan de andere kant van de villawijk ligt.

Bomen blijven gezond en sterk als er verschillende soorten bij elkaar staan. Ze versterken en beschermen elkaar en kunnen zelfs samen vergroeien. Maar dit hoef je kinderen niet uit te leggen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s