Puber 3 gaat op ski-kamp met school. Ze heeft er zin in, de tas staat al weken klaar. Skiën is een onzekere liefhebberij tegenwoordig. Vooral vroeg in de winter is het maar afwachten of er voldoende sneeuw ligt. Ze heeft geluk; verse sneeuw en mooi weer.
Terwijl ze haar voorbereidingen afrondt ga ik nog even langs de apotheek. Het is zaterdag, de stoelen voor wachtenden zijn bezet. Slechts twee medewerkers zijn ingeroosterd vandaag. De een met een witte jas, haar collega met een groene. Na een kwartier wachten ben ik aan de beurt. Ik meld me bij de dame met de groene jas met de boodschap dat ik de bestelde medicijnen kom afhalen. In plaats van zalf, wordt mij een shampoo aangeboden. Weer is er iets fout gegaan in de communicatie tussen huisarts en apotheker. De dame in de groene jas mag alleen maar medicijnen afgeven, voor alle andere zaken moet ik bij haar collega in de witte jas zijn. Ik mag opnieuw een bonnetje halen en aansluiten in de wachtrij.
De stoelen zijn nog steeds bezet. De reden is duidelijk. Er staat al zeker twintig minuten een mevrouw aan de balie van de mevrouw met een witte jas. ‘Maar van dit middel ben ik de hele dag misselijk’, hoorde ik haar zeggen. ‘Het positieve ervan is dat ik al kilo’s ben afgevallen’, ging ze verder. ‘Maar ik krijg mijn bloeddruk maar niet onder controle en m’n ‘suikerwaarden’ vliegen alle kanten op’, completeerde ze haar recensie van een medicijn waar ze niet om had gevraagd maar dat ze van haar verzekeraar moest slikken.
Haar privacy was ver te zoeken, ik voelde me ongemakkelijk. ‘En dan maken we ons zorgen over de veiligheid van het ‘Electronisch Patiënten Dossier (EPD)’, schoot er door m’n hoofd. Wie maakt zich druk over wiens privacy?
Eenmaal thuis gaat de telefoon. Het is m’n moeder. Ze wil m’n dochter een mooie skiweek toewensen maar deze is even druk met andere zaken. Ik vraag hoe het met haar gaat. Ze lag in november een paar dagen in het ziekenhuis met hartklachten. Na de aangepaste medicatie ging het al snel weer beter. Maar nu had ze een ander medicijn gekregen. De roze pil was niet verkrijgbaar en vervangen door een witte. Deze werken niet goed waardoor ze een terugval heeft. ‘Het is niet anders, het komt vast wel goed’, voegt mijn moeder me toe.
Zelfs op haar 87e blijft ze jaloersmakend positief. Ik ben dankbaar voor de lessen positiviteit van m’n moeder. Zo raak ik voorbereid op een toekomst zonder onbeperkte beschikbaarheid. Naast personeel, sneeuw en goede medicatie staat ons vast nog meer schaarste te wachten.
Wen er maar aan en oefen alvast het mantra van m’n moeder: ‘Het is niet anders, het komt vast wel goed!’
Maar niet vanzelf!
Mooi verhaal papa
LikeLike
Weer mooi geschreven! En helaas ook zo vreselijk zorgelijk 😞
LikeLike