Jetlag, zo beschreef ik het. Na twee weken cocoonen met het gezin thuis tijdens de kerstvakantie weer aan het werk. Niet langer de zon en de maag, maar de klok en de agenda bepalen het ritme. Ik had een week langer vakantie dan m’n vrouw. Zij vindt lummelen een nutteloze invulling van haar spaarzame vrije tijd. Er ligt altijd werk op haar te wachten. ‘Alles in landsbelang, in naam van de Koning’, roep ik haar na als ze de trap op loopt naar haar thuiswerkkamer. Ze is rijksambtenaar.
Er was ook een tijd dat ik me schuldig voelde als lanterfanteraar terwijl er zoveel nuttige dingen te doen waren. Helemaal als zij dan wel de klusjes oppakte die ik in m’n hoofd had verstopt, genegeerd alsof ze niet bestonden. Ik was daar goed in. Steevast met schuldgevoel tot gevolg dat ik met verve verdrong of breeduit probeerde te compenseren. Haar voor de voeten lopend, mezelf verloochenend.
Jetlag dus. Met volle dagen en drie avondprogramma’s. Ik had me voorgenomen om de remmen gewoon weer los te laten. M’n enthousiasme in de sociale interacties niet te beperken. Goed op de ademhaling letten, bewust blijven voelen zodat de inhoud van de gesprekken beklijft. Ook in vergaderingen om het overzicht te bewaren en om hoofd, en bijzaken gescheiden te houden. Operationeel gepuzzel vroegtijdig signaleren en beperken. Het ging me goed af deze eerste week, al zeg ik het zelf.
Met m’n secretaresse Renate had ik al een afspraak over maximaal 70% agendavulling per dag en geen aansluitende afspraken. Om tijdens de dag te kunnen reflecteren op de gesprekken en berichten die voorbijkomen en om tijd te hebben voor spontane gesprekken.
Zo nam ik een paar keer plaats op de comfortabele bank die staat opgesteld tussen de vergaderruimtes in ons kantoor. Om stil te staan tussen het druk wandelgangverkeer. Ik was getuige van een mooi ritme. Om het half uur spugen de vergaderruimtes een groep collega’s en gasten uit die zich richting uitgang, werkplek, wc of koffiemachine verplaatsen. Op naar de volgende bestemming. Vergelijkbaar met een treinstation op een belangrijk knooppunt.
Als een hartslag bepalen de vergaderingen hiermee het ritme van de organisatie. Het proces doet het werk. Zolang het doorstroomt op de gang is er productie. Ik realiseerde me dat niet het schrijven van rapportages, beleidsnotities en investeringsvoorstellen het zwaartepunt van het werk is. Afstemming en uitwisseling van kennis en informatie vergt de meeste tijd. Minder vergaderen is daarom misschien wel helemaal niet zo’n slim idee.
Zo maar een inzicht op de bank van kantoor. Actieonderzoek op de sofa van de eigen organisatie.
Jetlag, einde aan het vakantie-gelummel, terug naar het werkritme. Het voelt al snel weer vertrouwd. Maar in alle omstandigheden blijf ik baas over eigen tijd.
Of zoals een bekend Surinaams gezegde ons leert: ‘Jullie hebben de klok, wij hebben de tijd.’