Het zou moeten lukken. Nog even m’n gerepareerde fiets halen en dan meteen door naar het gesprek met de mentor van één van de dochters. Maar dan moest er niets tegen zitten. Met een dikke 40 kilometer per uur raasde ik over het betonnen bospad. Een helm en andere bescherming was niet nodig, had ik bedacht. Er liep een wat oudere mevrouw op het zandpad naast het fietspad, genietend van haar lunchwandeling in de herfstzon. Ik zag haar in m’n ooghoek en groette haar hoewel de snelheid te hoog was voor echt contact.
De bomen waren nagenoeg kaal. Het fietspad lag vol met blad. Een kleurenpracht. De overgang van fietspad naar berm was hierdoor onzichtbaar geworden. Ik voelde aan m’n stuur dat ik de betonnen verharding verliet en met m’n voorwiel naast het pad terechtkwam. Tegensturen werkte averechts. Ik voelde de fiets onder me vandaan glijden. In een flits zocht ik naar een veilige manier om te landen. Onzin natuurlijk want het geluk bepaalt hoe je terechtkomt, niet het verstand. Alle hersenfuncties staan in het rood. In de overleef-stand. En dan doet je lichaam dingen die zijn voorgeprogrammeerd.
Alles was nog heel, concludeerde ik na een eerste inventarisatie. Nergens pijn, alleen de fiets fors beschadigd. Alweer. Deze kon linea recta terug naar de fietsmaker voor de volgende oplapbeurt. De spieren zou ik de volgende dag goed gaan voelen, als een kater na karnaval.
‘Je reed ook veel te hard’, hoorde ik de wandelende vrouw van dichtbij zeggen. ‘Het is je eigen schuld. Dit kon ook niet goed gaan’, vulde ze aan. Wonder boven wonder bleef ik kalm. Ik antwoordde dat ze gelijk had. Dat het ook te hard ging. Maar ja, ik had haast en dan doe je domme dingen. Dat ik kalm bleef verraste me. Vroeger zat ik niet te wachten op goed bedoeld advies, of verwijten over stommiteiten waarvan ik zelf ook wel wist dat het m’n eigen schuld was. Ik kan er jeugdboeken mee volschrijven.
Het is vrijdagavond, half tien. Morgen tussen 8 en 9 wil ik een column online zetten. Dat is over 11 uur waarvan ik er minstens 8 wil slapen. Ik heb nog geen letter op papier. Uitgerekend nu ligt er geen afgeronde column in de marinade te wachten op publicatie. Ik moet nog bedenken wat ik wil schrijven.
Op de slaapkamer waar m’n buro staat is het te koud. Daarom zit ik aan de keukentafel te typen terwijl m’n dochter een verjaardagstaart voor zichzelf aan het bakken is. Dit gaat gepaard met veel overleg tussen vrouw en dochter waardoor ik voortdurend ben afgeleid. De boodschappen van Picnic kunnen op elk moment worden bezorgd. Hierdoor zal de drukte om mij heen verder toenemen. Een andere dochter komt mokkend binnenwandelen. Het lukt even niet met wiskunde. Ik bied aan om te helpen. Het mag wel zo. Ik verkies de gezelligheid boven de druk van het schrijven.
Als je in deze tijd haast hebt, als er veel in je omgeving gebeurt en hierdoor de druk toeneemt, kun je beter vertragen dan blijven rennen. Anders worden onze lontjes te kort en gebeuren er nog meer ongelukken. Ga niet tegen de natuur in. Deze is in een diepe winterslaap. Neem hier een voorbeeld aan. Het is de tijd van bezinning en reflectie.
De tijd van kneuterigheid en gezelligheid!
Meer van dit? Check Het boek, een jaar in columns bestellen?
