‘Bel jij hem maar. Ik hoop dat hij redelijker is dan net, toen ik hem sprak. Hij heeft misschien niet z’n dag. Ik vind het niet normaal hoe hij doet. Maar goed, we moeten toch weten hoe het zit. En hij is de arts die mag adviseren.’
Ik kwam medicijnen halen bij de ziekenhuisapotheek. Het was na tienen ’s avonds. De assistentes probeerden te overleggen met een specialist. Ik was er getuige van dat dit niet bepaald soepel verliep. De medicijnen waren voor mijn moeder. Ze was ’s middags ontslagen uit het ziekenhuis. Een dag daarvoor was ze opgenomen met hartklachten. Klachten die erbij horen als je 87 bent. Gelukkig heeft ze een doortastende huisarts en stonden de mensen in het ziekenhuis voor haar klaar.
Bij haar ontslag waren ze een medicijn vergeten mee te geven. Het stond op de medicatielijst die ik naast het mandje, met daarin talrijke medicijndoosjes, op de koffietafel bij haar thuis legde. Maar in het mandje was geen spoor te bekennen van het wondermiddel dat ze nodig had. Het napluizen van de medicatielijst was sowieso al een hele puzzel. Medici en apothekers gaan er kennelijk van uit dat de patiënten, inclusief hun verwanten, ook academisch zijn geschoold.
Ik belde met de ziekenhuisapotheek en probeerde duidelijk te maken wat er ontbrak in het mandje van m’n moeder. Vijf keer sprak ik de naam van het medicijn uit om te oefenen, voordat ik het durfde uit te spreken. De apothekersassistente lukte het niet, ze verslikte zich drie keer in de tong-brekende naam met 15 letters die willekeurig achter elkaar gezet leken te zijn.
Voor mij was het van wezenlijk belang om te ontdekken waar de fout zat. Klopte de lijst, of klopte de inhoud van het mandje? Het laatste wat ik wilde is dat m’n moeder weer zou worden opgenomen vanwege een overmaat, of een te kort aan chemische bijstand.
Gelukkig had ik van tevoren ook gebeld met de afdeling waar m’n moeder gelegen had. Ik kreeg contact met een uiterst behulpzame verpleegkundige, die bij het ontslag van mijn moeder aanwezig was. Inderdaad, het medicijn lag er nog. Niet goed opgelet bij het ontslag. Ik kon het komen halen.
Ik nam mij voor om zowel nieuwe medicijnen van de apotheek te halen, als het bij haar ontslag achter gebleven doosje. Vooral om te testen of zowel de apotheker, als de verpleegkundige een eensluidend advies zouden geven. Voor de zekerheid kroop ik in de huid van ‘kwaliteitsfunctionaris medicatieveiligheid’ van het ziekenhuis.
Bij het aannemen van het doosje van de verpleegkundige keek ik haar indringend in de ogen en vroeg haar of het zo klopte. Glazig beantwoorde ze mijn vraag met een blik die verried dat ze het niet aan de specialist had gevraagd. Ik vertrouwde op haar vakmanschap en vermoedde dat het dezelfde specialist betrof die beneden in de apotheek de assistente had afgebekt.
Houding en gedrag van een medicus die onveiligheid op de werkvloer veroorzaakt. En hiermee ook de patiëntveiligheid in gevaar brengt. Sturen op kwaliteit in de zorg begint door de mens centraal te zetten. Door een veilige werkomgeving te garanderen. Door open te staan voor tegenspraak uit de organisatie. Door patiënten een gezicht, en een naam te geven. Door patiënten te behoeden voor jargon, zodat ze snappen wat ze moeten doen.
Laten we niet ziek worden van de dokter. Dan blijft de zorg betaalbaar en een aantrekkelijke werkgever.
Ja jammer dit is een veel gehoorde klacht. Ook zelf wel heel erg aan de lijve ondervonden helaas. Jammer dat een patiënt niet meer als een mens wordt gezien. De goeie artsen daar gelaten. Om geld in de zorg te besparen moet dat wel terug komen. Luisteren naar een patiënt, goeie communicatie tussen artsen en verpleegkundigen en veel minder bureaucratie zou daar heel erg aan mee werken. Krijgt iedereen ook weer veel plezier in hun werk. En wordt het ook weer aantrekkelijker om in de zorg te gaan werken. Want degene die dat doen hebben hun hart daar aan verpand en willen mensen helpen. En niet alle rompslomp er omheen.
LikeLike
Mee eens. Helaas ook de kwaliteitsfunctionaris voor mijn moeder geweest. Nog een belangrijke oorzaak van de slechte communicatie is de sterke hiërarchische verhoudingen binnen een ziekenhuis. Waarbij de specialist als belangrijker wordt gezien dan de verpleegkundige helaas.
LikeLike
“Goed* communiceren is het moeilijkste wat er is. Ik was zelf de verbindende schakel tussen specialist en werkvloer. 3 maanden ziekenhuisverwennerij maken je mondig.
LikeLike