Makkelijker kunnen we het niet maken

Mijn vrouw en ik kijken graag naar ‘Floortje naar het einde van de wereld’. In dit programma zoekt Floortje Dessing mensen op die op de meest afgelegen gebieden in de wereld leven. Het zijn altijd portretten van bijzondere mensen. Deze mensen leven op een manier, en op plekken, waar wij, met alle gemakken onder handbereik, alleen maar van kunnen dromen. We zouden hetzelfde kunnen doen maar doen het niet. In de vakanties proberen we een beetje in de richting te komen door niet al te luxe te kamperen op niet al te populaire plekken. Dit lukt steeds minder goed met een stel pubers die ook zo hun eigen behoeftes hebben.

Gisteren keken we naar een aflevering van het programma met daarin twee artsen die namens een organisatie werkten in Papoea Nieuw Guinea. Het stel (ze hebben een relatie) biedt zorg aan een populatie van zo’n 20.000 tot 30.000 mensen. Hun eigen leven offerden ze op voor de gezondheid van mensen die bijna niets hebben.

Ik heb ontzettend veel respect voor artsen die hun eigen leven in dienst stellen van mensen in landen waar nagenoeg geen gezondheidszorg is. Aan de andere kant leef ik in een regio met een tekort aan huisartsen. En dus raakt het me ook dat goed opgeleide, tot de tanden gemotiveerde en kundige artsen naar het buitenland vertrekken. Artsen zijn hard nodig in landen als Papoea Nieuw Guinea, misschien wel harder dan in ons land. Maar ook in Zuidoost Drenthe zijn artsen van harte welkom! Vandaar het dubbel gevoel.

Opvallend vond ik de wijze waarop de zorg verleend wordt. Het ziekenhuis biedt alleen medische zorg. Persoonlijke verzorging, eten, schoonmaken, vertier en andere ‘bijzaken’ worden door de familie opgepakt. En dus wordt er driftig gekookt op de veranda van het primitief ziekenhuisje, wassen moeders hun opgelapte kinderen en komt de kerkclub, voorafgaand aan een spannende operatie, langs om de patiënt moed in te zingen. Prachtig die betrokkenheid.

Ik herinner me nog de discussies in ons land toen zo’n 10 jaar geleden zwaar bezuinigd werd op de langdurige zorg. We moesten ‘de billen van de buurvrouw’ ’s ochtends gaan wassen omdat de zorg anders te duur werd. Allerlei visioenen doemden op over een samenleving die het zelf zou gaan doen. Een samenleving die wat minder zou leunen op de collectieve voorzieningen die onbetaalbaar waren geworden.

Het was in deze tijd dat mijn vader dement werd. Hij werd opgenomen in een verpleeghuis. Tijdens de intake kregen we de vraag voorgelegd of we af en toe wilden bijspringen in het verpleeghuis. Dat was immers nieuw overheidsbeleid en er was daarom geen geld genoeg om alles aan professionals over te laten. We schrokken niet van de vraag en vroegen waar we aan moesten denken. Wat werd er van ons verwacht? We schrokken wel van het antwoord. Er werd van ons verwacht dat we 1 tot 2 keer per jaar de kasten op de kamer van pa wilden schoonmaken. Uiteraard stemden we in, maar we hadden met alle liefde meer gedaan.

Wat een schril contrast met de zorg in Papoea Nieuw Guinea. Daar doen de verwanten alles wat niet met medische zorg te maken heeft. Daar kunnen we hier nog wat van leren. Zeker, er zijn al veel mensen die de zorg een handje helpen. Kijk maar eens naar de honderden vrijwilligers bij de zorginstellingen die een essentiële bijdrage leveren aan het welzijn en aan de mobiliteit van mensen die in instellingen verblijven.

Maar waarom zouden vrijwilligers alleen eten mogen rondbrengen, kasten mogen schoonmaken en met ouderen naar het ziekenhuis mogen rijden? Laten we onbenut talent liggen door te focussen op een beperkt aantal taken? Gooi open die instelling en maak verbinding met de buitenwereld.

We zullen ons verantwoordelijker moeten voelen voor de zorg van onze naasten. De kwaliteit van leven zal belangrijker worden dan de kwaliteit van zorg. Doorschietende professionalisering maakt de zorg te duur. De zorg bood ons, kinderen en verwanten, gemak zodat we ons leven konden blijven leiden ondanks ouderdom en tegenslag bij onze naasten. We kunnen het niet meer betalen, laat staan dat we voldoende mensen hebben om te werken in de zorg.

We kunnen leren van andere culturen waar schaarste en naastenliefde nog steeds de norm zijn. Dit is een enorme opgave na een tijdperk van neoliberalisme en polarisatie. Maar we zijn al 10 jaar onderweg met deze transitie. Er is dus al een beginnetje gemaakt, er zijn al voorbeelden en de politiek komt ook vast snel tot het besef dat ze los moet laten.

Zorg is geen markt of politieke stroming. Zorg is een mix van vakmanschap en oprechte aandacht voor de medemens. Laten we het dan ook maar niet moeilijker maken dan dit.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s