Parkeerplaats van de samenleving

Hij haalde me via de rechterbaan in. In het voorbijgaan stak hij z’n rechter vuist op. Goed zichtbaar via het zijraam van zijn busje. Z’n gelaatsuitdrukking, met zijn grote ogen en wilde haren, openbaarde z’n woede. Eenmaal ingehaald schoot hij weer terug naar de linkerbaan, vlak voor de plek waar ik reed. We reden net boven de 100 km/h. Hij remde hard. Ik moest alles op alles zetten om niet op hem te botsen. Snel keek ik in de achteruitkijkspiegel om te kijken of er niemand van achteren kwam. Om een kettingbotsing te voorkomen. Het hart zat in m’n keel inmiddels. Ik was woest.

Ik gaf gas en ging achter hem aan. Het lukte me om naast hem te komen en maakte hem duidelijk dat ik hem wilde spreken op de parkeerplaats die opdoemde. We voegden uit van de snelweg en reden de parkeerplaats op. In een roes parkeerde ik m’n auto, opende de deur en rende naar de bus met daarin de idioot die me zojuist had aangevallen en in gevaar had gebracht.

Eenmaal bij de bus aangekomen opende ik het portier aan de bestuurderskant en sleurde hem uit z’n stoel. Met z’n knieën viel hij op de harde straat. Hij vloekte. Met m’n knie stootte ik tegen z’n hoofd. Hij kermde en schreeuwde van de pijn. Het lukte hem om in de benen te komen. En zo gaf hij mij de gelegenheid om met m’n elleboog keihard uit te halen naar z’n ribbenkast. Ik hoorde zijn ribben breken. Hij stortte schreeuwend neer en rolde over straat van de pijn en snakte naar adem. Ik hoorde gemompel maar luisterde niet.

Mijn doel was bereikt. Hij, die de regels overtrad en mij in gevaar bracht, had z’n straf gehad. Hiermee was de kous voor mij af. Ik stapte in m’n auto en reed verder naar m’n bestemming. De adrenaline bouwde snel af, m’n hartslag daalde rap naar het normale niveau. Het interesseerde me niet wat ik hem had aangedaan en hoe het nu met hem ging. Doel bereikt. Over tot de orde van de dag.

Dit gedrag hadden jullie niet achter mij gezocht waarschijnlijk. Toch? En terecht. Want ik heb het verhaal grotendeels verzonnen. Het eerste deel klopt. Ik reed als een oude man op zondag, te lang en te langzaam op de linkerbaan van de snelweg. De bestuurder achter mij werd ongeduldig. Dit zag ik niet waarna hij de inhaalactie inzette, mij rechts passeerde en me zichtbaar van alles toewenste. Hij had me wakker geschud. Ik stak m’n duim op en voegde snel rechts in.

Het voorval maakte me ook niet woedend. Ook niet bang. Wat was het dan wel? Waarschijnlijk schaamte dat ik niet op zat te letten tijdens het rijden en anderen tot last was.

Lastig hè die triggers die je emoties sturen? Je voelt in een flits een wolk energie je buik verlaten naar je hartstreek waar het een emotie of gevoel aan zet. Het zal je maar gebeuren in een vergadering. Dat je van de emoties niet meer uit je woorden komt. Herkenbaar? Voor mij ooit wel. Freeze, fight or fight. We reageren allemaal anders.

Terwijl ik verder reed mijmerde ik verder over het reguleren van emoties. Ik moest denken aan de slachtoffers van de toeslagenaffaire. Aan de mensen in Groningen die nog steeds wachten op het versterken van hun huis. Ik moest denken aan al die flexwerkers die als een citroen worden uitgeperst om onze vakanties mogelijk te maken of ons de producten van de webwinkels bezorgen. Aan de medewerkers in de zorg die ons de pandemie doorhielpen.

Deze mensen hebben alle emoties vaak en diep in de ogen gekeken. Hoe doen zij dat toch? Hoe reguleren zij hun emoties? Waarschijnlijk voelen ze geen triggers meer. Triggers die aankondigen dat ze worden geraakt door onrecht. Hun emoties zijn misschien wel overgereguleerd geraakt en hiermee ongevoelig geworden. Net als de regels waarvan ze slachtoffer zijn geworden en die hun werking hebben verloren.

Wat heb ik een respect voor deze mensen. Maar wat maak ik me een zorgen over deze mensen. Dat straks blijkt dat ze zichzelf niet meer zijn. Voor goed veranderd door het gedrag van onze overheid. In de steek gelaten. Onherkenbaar voor hun families en vrienden.

Beschadigd en anoniem achtergelaten op de parkeerplaats van onze samenleving.

Ze doen niet meer mee. Dit krijg ik maar niet uit m’n hoofd maar ik weet niet welke emotie hier bij hoort. Dus ook niet hoe ik kan helpen. Geweld is in elk geval nooit een oplossing! Maar wat dan wel?

Een gedachte over “Parkeerplaats van de samenleving

  1. Ria Jager schreef:

    Inderdaad ik schrok. Zoals ik je ken op afstand en van de blogs ben jij een sociaal mens en zou je nooit zoiets doen. Maar het moraal van verhaal is wel weer ijzersterk.

    De wereld lijkt verhard. Komt ook mede door alle regeltjes en wetjes. En er worden te hoge eisen gesteld. Dat begint al bij de kinderen door een te hoge studie keuze omdat heel veel ouders dat belangrijk lijken te vinden.

    En het te veranderen lijkt mij niet zo moeilijk. Stel de mens weer centraal. Geef een compliment en waardeer wat zo doen. Dat wordt heel vaak vergeten. Maar geloof me iedereen is daar gevoelig voor.
    En ik denk dat de wereld daar ook weer een stukje socialer door wordt. Puur om het feit dat er weer om elkaar gedacht wordt.

    Like

Geef een reactie op Ria Jager Reactie annuleren