Begin jaren negentig begon ik met werken. Al snel ging ik betalen voor mijn pensioen. Aan het begin van je loopbaan ben je nog niet bezig met het eind er van.
Maar goed. ‘Beginning with the end in mind’, is een van de 7 goede gewoonten die Stephen Covey predikt in zijn boek ‘The 7 habits of highly effective people.’ De pensioenfondsen lijken goed te hebben geluisterd naar de gedragsgoeroe.
Net aan het werk, droeg ik maandelijks braaf een fors bedrag voor mijn laatste levensfase af aan een instantie die voor mij geen gezicht had. En toch deed ik het. Omdat iedereen het deed. Verplicht, begreep ik al snel.
In dezelfde tijd kwam het beleggen op de beurs voor het ‘gewone volk’ op. Beleggen werd populair omdat er mooie winsten mee behaald werden. Zeker met het beleggen in technologiebedrijven. Het internet kwam op. Meer rendement dan met een spaarrekening was het vooruitzicht. Je was dom als je je geld ‘niet voor je liet werken’.
Mooie rendementen op de beurs dus. En daarom vroeg ik me af wat het pensioenfonds zou doen met mijn geld. Kreeg ik m’n inleg ooit terug? Was het genoeg om van te leven? Vragen waarop ik pas over 40 jaar antwoord zou krijgen.
Nu, 30 jaar later, zien we dat de fondsen niet waarmaken wat ze ons ooit beloofden. Pensioenen zijn al tijden niet geïndexeerd. Toen, in de negentiger jaren, lagen de rendementen al lager dan de AEX index. Mijn pensioenfonds behaalde minder rendement dan mijn buurman die in z’n vrije tijd met aandelen en andere beleggingsproducten in de weer was. Ze maakten wel veel meer kosten dan commerciële beleggingsbedrijven en dan mijn buurman.
Ik confronteerde de accountmanager van mijn pensioenfonds met dit gegeven. Het liet hem koud. We zaten immers klem in zijn collectieve speeltuin waarbij we voor iedere attractie moesten betalen en we maar af moesten wachten of we plezier zouden hebben.
Toen al lonkte de individualisering. Wat ooit voor onze voorouders, en onze ouders had gewerkt, werkte niet meer voor ons. De collectiviteit maakte ons met de dag bezorgder. En dat vreet aan je, als je nog een werkleven lang voor de boeg hebt. Over zorg zonder invloed; een andere wijsheid van Stephen Covey.
Pensioenen waren een markt zonder één van de belangrijkste kenmerken ervan; vrije keuze voor de afnemers. Je mag alleen betalen. Dit is een van de redenen dat ZZP’ers het vertikken om mee te betalen aan anonieme collectieve geldpotten die wel of niet voldoende uitkeren als je het nodig hebt. Een onzekerheid die je er als ZZP’er niet bij kunt hebben.
Maar niet iedereen is in staat om een pensioen voor zichzelf te regelen en bij te houden. In hun boek ‘Nooit af’ voorspellen Martijn Aslander en Erwin Witteveen de terugkeer van de ‘verzekeringsagent’. Een ‘mannetje’ met verstand van formulieren, regels en van geld. Een professional met een gezicht, een adres en een telefoonnummer. Die jou kent en die je adviseert wat het beste in jouw situatie past.
Afgelopen week lekte uit dat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) ziekenhuizen verbood om IC capaciteit uit te breiden tijdens de Corona-crisis.
De zorg is een markt waar iedereen toegang tot heeft. Zolang je verzekerd bent tenminste. En dit is in principe een prima constructie. Alleen is het een schijnconstructie. We hebben helemaal geen keuze als zorgvrager want we zijn gevangen in de collectiviteit van de zorgverzekeraars. En deze zijn met handen en voeten gebonden aan de geldkraan en aan de spelregels van de overheid. Niet onze zorgverzekering garandeert ons een bed op de IC; de overheid bepaalt. Wel kopzorgen, wel betalen, geen invloed en geen geleverde zorg. Geen markt dus!
Met onze voorzieningen zijn we de transitie aan het maken van collectief naar individueel. De markt lijkt er klaar voor. Het overheidstoezicht op geld en op de kwaliteit is ingericht. Wij hunkeren naar een aanbod dat we zelf kunnen kiezen en dat bij ons past. Dit kan alleen als mensen, die het complex vinden, hulp krijgen van een expert en dat een aantal vangnetten blijft bestaan.
Dan keren pensioenfondsen, zorgverzekeraars en andere pseudo marktspelers zich om. De rug naar de overheid in plaats van naar de mensen die hun belegde boterham betalen. Het maakt ons betrokken en medeverantwoordelijk. We zullen kritisch zijn op de geleverde kwaliteit maar ons ook afvragen wat we zelf bij kunnen dragen. Zodat de kwaliteit verbetert en de kosten dalen.
Het vraagt van de overheid om echte marktwerking in te voeren. Om los te laten dus. Controle en wantrouwen maken plaats voor het verdedigen van de belangen van het individu. Van marktmeester in een markt die geen markt is naar ombudsman voor haar inwoners en vangnet voor mensen met pech.
Zodat Covey, Aslander en Witteveen hun boeken niet voor niets hebben geschreven. Zodat zowel het collectief als het individu wint omdat we krijgen waarvoor we betalen.
Naschrift: Toeval of niet; ook Thomas von der Dunk schrijft vandaag (13/5/22) in NRC over markten die geen markt zijn waardoor mensen in armoede raken. Ben het eigenlijk wel met hem eens als het gaat om een aantal cruciale levensbehoeftes. Lees hier verder op de website van NRC: Link

Zo zou het inderdaad moeten.
LikeLike