‘Bouw mee aan verbeterde zorg’ kopte de uitnodiging van Jan Rotmans op LinkedIn. Een digitale bijeenkomst om mee te denken over het verbeteren van de zorg. De huidige crisis maakt haarfijn duidelijk waar het aan schort’, aldus de hoogleraar transitiekunde. Hoogleraar aan de universiteit die wetenschappers opleidt die het huidig zorglandschap vormgeven en liefdevol in stand houden.
Ik sta aan de kant van Jan als het gaat om de kansen om de zorg in de toekomst te verbeteren.
Na een intro van Jan en Machteld Huber (instituut voor positieve gezondheid) gingen we in de ‘breakout rooms’ in groepjes aan de slag.
In mijn groepje een aantal mensen die het anders doen in de zorg. Éénpitters die het systeem van organisaties waren ontvlucht om op eigen wijze zorg te verlenen. Mensen die de zorg waren ingegaan vanwege het menselijk contact. Niet vanwege de liefde voor het systeem of uit loyaliteit voor de organisaties. Ontheemde zorgvluchtelingen dus. Maar nog wel gevoed door het huidig systeem van indicaties, voorzieningen en vergoedingen. Met alle systemen er om heen uiteraard.
De namen Buurtzorg en Jos de Blok vielen uiteraard weer veelvuldig. Inmiddels kan ik de naam Buurtzorg, of die van oprichter Jos de Blok, haast niet meer horen. Jos is er persoonlijk de oorzaak van dat er niets in de zorg verandert.
De schaarse momenten dat ik aan het klussen was bij ons vorig huis liet ik de kinderen ook wel eens meewerken. Dan mochten ze op de grasmaaier rijden of kregen een stuk hout om mee te spelen. Dan waren ze rustig en had ik aan mijn ouderlijke verplichtingen voldaan. En ze voelden zich nog betrokken en serieus genomen ook. Voor mij een soort afleidingsmanoeuvre om in korte tijd de tuin op orde te krijgen.
Exact dit gevoel krijg ik bij Buurtzorg. Ze worden gedoogd in een hoekje van het zorglandschap en mogen hun ding doen. Ministeries, zorgverzekeraars, dwarsdenkers en alle andere VPRO Tegenlicht-kijkers staan juichend aan de kant om de mannen en vrouwen van Jos de Blok de hemel in te prijzen.
Maar hoe harder ze juichen hoe meer de aandacht wordt afgeleid van de overige 98% van de zorgaanbieders die op een ‘traditionele’ manier zorg verlenen. Deze organisaties houden het huidig systeem van kwaliteit, financiën, toezicht en verantwoorden in stand. De politiek houdt op deze wijze de hand aan de geldkraan zodat de uitgaven van de zorg niet te veel de pan uit rijzen. Maar liefst tien procent van het BBP gaat op aan zorg. Eigenlijk kunnen we dat als land helemaal niet betalen.
Maar zet de olietanker, die het huidig zorgsysteem verbeeldt, maar eens stil. Probeer de inhoud van de tanker maar eens te vervoeren met speedbootjes. Dit kan helemaal niet. Is te duur. De vaarwegen zullen verstopt raken. Er zijn onvoldoende mensen om de bootjes te besturen. De brugwachters raken overspannen. Loodsen raken de weg kwijt.
Daarom moeten we niet van tankers naar speedbootjes. De transformatie gaat over het afscheid van olie. Zodat we de tankers voor andere doelen kunnen inzetten. Ok, de tankers moeten voor dit doel wel een forse verbouwing ondergaan. Maar dit spel beheersen we goed.
En precies dit probeerde Machteld Huber duidelijk te maken. Zorg gaat niet over beter worden. Zorg gaat niet om gezond blijven. Zorg gaat over gezondheidswinst. De cure, care of preventie is het olie van de zorg. Sport, gezond eten, vermijden van stress een gezonde werkplek en een zinvol leven leiden is de nieuwe inhoud van de tankers.
Daarom stel ik dat we het huidig systeem, met de huidige organisaties, moeten omvormen. Zorg, in haar nieuwe vorm en met een nieuwe naam, is niet voorbehouden aan zorgorganisaties. Zorg, in haar nieuwe vorm en met een nieuwe naam, is overal. Op school, bij de sportvereniging, thuis, op vakantie en op het werk.
Zorgaanbieders gaan zich richten op welzijn en welbevinden van mensen. Dure zorg wordt mondjesmaat ingezet als het nodig is.
Ouderdom is geen zorgprobleem. Ouderdom is een kwaliteit van leven vraagstuk. Een beperking of aandoening heeft een medische of genetische oorzaak maar vraagt om liefdevolle begeleiding en af en toe medisch vakmanschap.
De witte jassen zo lang mogelijk uit beeld alstublieft.
En dit is geen transformatie van de zorg. Dit is een transformatie van mensen. Mensen in de maatschappij en mensen in zorgorganisaties. Deze transformatie gaat over meerdere sporen dus. We zullen de maatschappij moeten kantelen door het aanbod van de olietankers (zorgaanbieders) te veranderen. Een transformatie van de maatschappij via de systemen van de zorg dus.
Hiermee wordt het een organisatie, en leiderschapsvraagstuk. En laten we hiermee nou precies al vele jaren ervaring hebben. Alleen de mensen die hier vorm en inhoud aan kunnen geven zijn geen gezondheidswetenschappers maar bedrijfskundigen, gedragswetenschappers, bewegingswetenschappers, voedingsdeskundigen, arbeidskundigen, marketeers en veranderkundigen. Mensen die we in overvloed hebben gelukkig.
Zodat zorgorganisaties worden omgevormd tot ‘gezondheidswinstorganisaties’. Dit levert geld op. Geld dat we goed kunnen gebruiken om de energietransitie te betalen. Geld dat we nodig hebben om ons eten weer in onze achtertuin te laten groeien. Geld dat we nodig hebben om het welzijn in het land te verbeteren. Geld dat we nodig hebben om van een systeemwereld gebaseerd op wantrouwen naar een systeemwereld gebaseerd op vertrouwen te transformeren.
En voor de schaarse gevallen dat we een nieuwe organisatie nodig hebben beveel ik het model van Buurtzorg, inclusief een innovatieve leider als Jos de Blok, van harte aan. Maar alleen voor nieuwe organisaties.
mei 2020, bert.moormann@ziggo.nl