Vandaag kopte dagblad Trouw dat er meer toezicht moet komen op ICT-projecten van de overheid. De standaardreflex in Den Haag bij falend beleid of slecht opdrachtgeverschap.
In de corporatiesector kregen we ook busladingen extra toezicht over ons heen. Bij de invoering van de nieuwe woningwet in 2015. De eerlijkheid gebied mij te zeggen dat het toezicht op meerdere fronten niet was meegegroeid met de sector. Het mocht daarom ook best een tandje professioneler. Dat de overheid geen maat weet te houden op zo’n moment weten we inmiddels ook. Dus schieten we door in het toezicht.
Wat politici maar niet willen begrijpen is dat meer toezicht direct leidt tot minder werkruimte voor medewerkers. Hierdoor neemt de bureaucratie toe en stopt de vernieuwing.
Neem de belastingdienst. Een paar jaar geleden volgde ik een aantal masterclasses aan de TU Twente over de relatie personeelsbeleid en innovatie. In mijn groep ook ambtenaren waaronder twee medewerkers van de belastingdienst in Apeldoorn.
De belastingdienst was in die tijd een innovatief IT-bedrijf waar hoogopgeleide professionals werkten. De belastingdienst investeerde volop om het betalen van belasting makkelijker te maken. Ze maakten er zelfs grappige reclames bij om hun innovaties te introduceren; ‘leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker.’ Voor iemand die het invullen van een formulier als z’n grootste uitdaging ziet een verademing.
Maar dan gaat het mis. Bij invoering van het IBAN-systeem worden toeslagen te laat uitgekeerd. Dit mag natuurlijk helemaal niet! Maar het gebeurt wel. Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Het Haagse antwoord hierop: Staatssecretaris Frans Weekers moet het veld ruimen.
Wat we niet zien is wat de impact van een afgetreden staatssecretaris is op de werkorganisatie van de belastingdienst.
De belastingdienst was een innovatief IT-bedrijf. Zo was het intern ook georganiseerd. Een ‘productieafdeling’ waar het dagelijkse werk werd weggewerkt. Daarnaast een creatieve omgeving waar IT’ers konden ‘spelen’ om zich nieuwe kennis, vaardigheden een gereedschappen eigen te maken. Nieuwe vindingen werden na een testperiode ingevoerd in de lopende business. Op dezelfde manier als andere succesvolle IT-bedrijven zoals Google, Facebook en Wehkamp dit ook doen.
Hierdoor bleef de belastingdienst ons voortdurend verrassen met nieuwe functionaliteit en groeide de dienst mee met de ontwikkelingen in de markt.
Maar wat gebeurt er als er iets misgaat? Dan moet de staatssecretaris vertrekken. In dit geval Frans Weekers. De structuur van de belastingdienst werd omgezet in een commandostructuur vergelijkbaar met het leger. Alsof het oorlog is! Alsof de dienst helemaal niets goeds heeft gedaan. Alsof er een stel idioten zonder hersenen aan het werk was geweest.
Gewoon stampen, doen wat de baas zegt en geen creativiteit graag want dat valt niet te managen.
Inmiddels weten waartoe dit heeft geleid. Een uittocht van goede mensen, en recent, de toeslagenaffaire. Hierdoor mocht ook staatssecretaris Snel het veld ruimen.
En de Haagse reflex? In elk geval niet toegeven dat het inzetten van meer toezicht een averechts effect heeft gehad.
Er wordt weer een instrument uit de tas van defensie gehaald; de structuur wordt aangepast. De dienst wordt gesplitst en er komen maar liefst twee staatssecretarissen op. Alsof het oorlog is!
Gevolg hiervan is dat we de vernieuwing van het betalen van belasting en het ontvangen van toeslagen wel kunnen vergeten. We moeten erop voorbereid zijn dat we langer in de wacht ‘hangen’ bij de belastingtelefoon. We zullen wat minder vriendelijk worden bejegend als we al iemand te spreken krijgen van de dienst. De belastingdienst wordt een minder aantrekkelijke werkgever. We zullen verstoken blijven van leuke reclames vol met zelfspot.
Bij Domesta maken we elke dag fouten. Hier zijn we niet trots op. Het is onderdeel van ons alsmaar complexer wordend werk. Vijf jaar geleden veranderden we van koers. We boden veiligheid aan onze medewerkers. Er zouden geen ontslagen vallen maar het roer moest wel om. We stelden dat we geen ‘nee’ zouden zeggen en dat fouten maken mag.
Beide bestuurders en de RvC zitten er nog.
We hebben in de afgelopen vijf jaar mooie resultaten bereikt. Positieve tevredenheidsonderzoeken, visitaties, accountantsverslagen en oordeelsbrieven bewijzen dit. Dit konden we alleen maar bereiken door ervoor te zorgen dat onze medewerkers in veiligheid en met ruimte om te werken konden bewegen. Hierdoor hebben we ‘het huis op orde’ en krijgt creativiteit alle ruimte. Met als gevolg een betere dienstverlening, tevreden afnemers, tevreden toezichthouders en tevreden medewerkers.
Mijn advies voor de politiek?
Wissel het vragenuurtje in de Tweede Kamer op dinsdagmiddag in voor een maandelijks mislukkingenfestival op het Malieveld. Laat overheidsdiensten elkaar vertellen wat er mis is gegaan binnen hun club. Zet ministers en staatssecretarissen in een jury om prijzen uit te reiken voor ‘de mislukking van de maand’.
Humor, creativiteit en reflectie resulteren in betere resultaten. Meer toezicht leidt tot oorlog. Gevechten met klanten, samenwerkingspartners en in de politiek.
Dit is pas verkwisting van maatschappelijk kapitaal.
februari 2020, bert.moormann@ziggo.nl
Wat weer een mooi waar verhaal. Ik verheug me alweer op de volgende. Ga zo door.
LikeLike
Moraal ook van dit verhaal is ook weer, dat het hokjes mentaliteit moet veranderen.
Iemand die werkt maakt fouten, anders werk je niet. Maar alle hokjes moeten weer
met elkaar gaan samen werken. Dan wordt het weer gezelliger en socialer op de werkvloer en
er worden minder fouten gemaakt. Maar weer een goed geschreven verhaal. Ik ben fan hahaha.
LikeLike
Ik weet zeker dat “mislukkingenfestival” veel meer aandacht zal krijgen dan het vragenuurtje!! Motiverend verhaal Bert!
LikeLike