Opiniestuk in Dagblad Trouw op 12 februari 2020
Afgelopen week berichtte een ‘pop-up’ redactie van dit dagblad over de ontwikkeling van de leefbaarheid in de wijk Smitsveen in Soest. Dit naar aanleiding van de resultaten van een onderzoek in opdracht van corporatiekoepel Aedes. Onderzoekers concluderen dat er een direct verband is tussen de instroom van lage inkomens in de sociale huur en de afnemende leefbaarheid.
Dit is nogal wat!
De woningmarkt kent vele gezichten in ons land. Oplossingen die werken in Smitsveen hoeven niet te werken in Emmen en omgekeerd. Toch is er een gemene deler. Een oplossing die overal kan werken. Dit vraagt integraal denken door de landelijke overheid, de gemeenten en de corporaties. Een schets van de aanpak zoals we deze op dit moment in Emmen aan het ontwikkelen zijn.
Ik ben geboren in een huurhuis van een voorloper van het huidige Lefier in Emmen. Vader was stukadoor, moeder werkte enkele ochtenden in de week als schoonmaakster. Even verderop woonden fabrieksarbeiders en ook een afdelingschef van de Akzo. Verder vonden leraren, ingenieurs en arbeiders maar ook mensen met een bijstandsuitkering een huis. De sociale huurhuizen werden bewoond door zowel mensen uit nagenoeg alle inkomenscategorieën van laag tot hoog.
Nu wonen er in dezelfde straat alleen nog maar mensen met lage inkomens. Gescheiden mannen en vrouwen, mensen die arbeidsongeschikt zijn, mensen die in mijn tijd woonden bij een instelling en nog een paar mensen met een klein baantje.
De sociale huur verandert. Kopen werd aantrekkelijker door soepelere hypotheekregels en lage rentes. Er zijn meer tweeverdieners dan vroeger die zich sneller een koophuis kunnen permitteren. We kenden zelfs een tijdje Premiewoningen, een subsidieregeling voor koopwoningen. Verder zijn koopwoningen in het Noordoosten van het land uiterst betaalbaar. Ook voor mensen met een laag inkomen.
Woningcorporaties kregen te maken met inkomenseisen en passend toewijzen waardoor ze hoofdzakelijk mensen met een laag inkomen bedienen.
De zorg veranderde ook. Vroeger woonde nagenoeg niemand zelfstandig met een verstandelijke beperking of een psychische aandoening. Vijfenzestigplussers vertrokken naar het bejaardentehuis. Nu wonen deze mensen gewoon in de wijk. Eigenlijk zoals het hoort.
Er veranderde nog meer. Als je niet mee kon in het alsmaar complexer wordend werk in een regulier bedrijf kon je aan het werk in een sociale werkplaats. Of, als je ervoor in aanmerking kwam, kon je naar de dagbesteding. Beiden zijn vanaf 2015 niet meer toegankelijk voor grote groepen mensen.
Is er een relatie tussen deze geschetste veranderingen en de huidige stand van de leefbarometer in de straat waar ik tot mijn 23e woonde? Absoluut!
De lage inkomens in de sociale huur hangen nauw samen met beperkingen die mensen hebben. In een wijk met sociale huurhuizen wonen naast mensen met een laag inkomen meer mensen met een beperking dan in wijken met veel koophuizen. Het hebben van een beperking gaat vaak hand in hand met het verdienen van een laag inkomen. Mensen met een beperking wonen zelfstandig maar krijgen niet altijd de begeleiding die ze nodig hebben. Ze hebben geen toegang tot normaal of beschut werk. En hier gaat het mis.
Dure huur en koopwoningen realiseren tussen de sociale huur is een oplossing die veel wordt genoemd. Dan verbetert de leefbaarheid omdat de rijkere bewoners het gedrag compenseren van de armere bewoners!?’
Dit is symptoombestrijding. Het lost niets op maar beïnvloedt uitsluitend de statistiek. Het gemiddelde klopt maar de kwetsbare mensen gaan zich nog eenzamer voelen.
Wil je de oorzaken van de verslechterde leefbaarheid aanpakken dan is er meer nodig dan het stapelen van stenen. Zorg dat mensen overdag aan het werk zijn. Dan heeft hun leven weer betekenis en neemt de eigen trots weer toe. Dan regeren rust, regelmaat en reinheid waardoor het woongenot voor de hele buurt weer toeneemt.
Voor mensen waarvoor een reguliere baan niet is weggelegd moeten de sociale werkplaatsen weer open. Dwing af dat bedrijven mensen met een lichte beperking in dienst nemen. Mensen met een zwaardere beperking moeten weer terecht kunnen op de dagbesteding of in een dagopvang. Zorg dat de begeleiding bij het zelfstandig wonen op orde is door alle bezuinigingen terug te draaien. Dan neem je oorzaken weg met als gevolg dat de statistieken weer gaan kloppen. Niet andersom!
We steken als woningcorporaties onze nek uit. In Drenthe is Domesta samen met collega woningcorporatie Woonservice, de ROC’s Drenthe College en Alfa College en bouwpartijen een project gestart om mensen aan het werk te krijgen in de bouw. Tijdens een periode van vijf tot tien jaar stellen de corporaties een deel van hun onderhoudsgeld in om zij-instromers voor het bouwvak te interesseren voor een loopbaan in deze sector. Op deze wijze kunnen de huurders ook in de toekomst rekenen op goed onderhoud en energiezuinige huizen. De bouw krijgt de continuïteit waar het zo naar hunkert zodat er tijd en ruimte ontstaat om te innoveren. De medewerkers in de bouwsector hebben langdurig zekerheid op werk. De regiodeal maakt dit mogelijk.
Op dit moment heeft slechts één op de drie huurders van een corporatie in Drenthe een inkomen uit werk. Ongeveer een kwart van de huurders zou kunnen werken maar doet dit om uiteenlopende redenen niet. Wat zou het mooi zijn als meer huurders van de bank krijgen.
Want een zinvolle bezigheid overdag is het beste medicijn om de leefbaarheid in wijken met veel sociale huur te borgen.
Bert Moormann
Directeur bestuurder woningcorporatie Domesta
Het is jammer genoeg niet lezen.
LikeLike