‘En, hoe zijn je eerste 100 dagen gegaan?’, krijg ik de laatste weken regelmatig te horen. Het is vandaag m’n 75ste dag. Nog even te gaan dus voordat ik de 100 aan tik. Ik ben snel geaard in het sociaal werk. Zonder uitzondering vond iedereen de overstap vanuit de volkshuisvesting volkomen logisch.
Volkshuisvesting en sociaal werk zijn broer en zus. Ooit in hetzelfde huis geboren om het welzijn, de hygiëne en de gezondheid van mensen in kwetsbare situaties te verbeteren. De taal, de bedoeling en de netwerken vertonen veel overeenkomsten. Toch krijg ik regelmatig uit hetzelfde netwerk te horen: ‘Wat houdt het sociaal werk nou precies in?’ Mensen weten van het bestaan, maar hebben geen goed beeld van ons werk. Ik leg dit vaak uit aan de hand van een paar voorbeelden.
Een gezin met huurschulden werd vroeger op straat gezet waarna hulpverlening op gang kwam. Daar zijn we op een bepaald moment mee gestopt, want wat bleek? De financiële problemen vormden het topje van de ijsberg, ze werden veroorzaakt door verlies van relatie, werk, gezondheid of een andere ‘life-event’. Door mensen op straat te zetten losten we niets op, sterker nog, we maakten mensen afhankelijk.
Een sociaal werker ging met het gezin aan de slag om de oorzaken van de financiële problemen aan te pakken. Niet door een nieuwe partner, een andere baan of een dokter te zoeken. Wel door mensen bij te staan om met dit verlies om te gaan. Door structuur aan te brengen, financiele regelingen te ontsluiten en door het netwerk, bestaand uit familie, vrienden en buren, te betrekken. Stut en steun organiseren zodat de persoon het leven met hulp van naasten zelf op rit kan houden.
Een ander voorbeeld. De wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg, de GGZ, blijven maar groeien. Volgens het Trimbos instituut heeft bijna de helft van de mensen tot 65 jaar ooit in het leven last van een psychisch aandoening gehad. Het laatste jaar betrof het zo’n 3,3 miljoen mensen. Een groot deel van deze mensen meldt zich bij de huisarts en komt op de wachtlijst van een gespecialiseerde GGZ-instelling.
De wachtlijsten worden niet alleen langer, er komen vaak problemen bij als mensen niet tijdig hulp krijgen. Een sociaal werker gaat met de mensen op de wachtlijst in gesprek, brengt ze in contact met ervaringsdeskundigen en met mensen met vergelijkbare problemen. Hierdoor ondervindt maar liefst 60% van de mensen met psychosociale klachten meer welbevinden en zijn er minder verwijzingen naar de duurdere specialistische zorg nodig. Mensen, die het echt nodig hebben, worden hierdoor sneller geholpen door een specialist.
Het sociaal werk behandelt geen psychische aandoeningen. We activeren mensen om onderdeel te blijven van de samenleving waardoor ze meer gezondheid ervaren en zichzelf verder kunnen ontwikkelen om van waarde te zijn voor deze samenleving. We herstellen en versterken de zelfredzaamheid van mensen, jong en oud, in kwetsbare situaties.
Sociaal werkers zijn de experts van het gewone leven. Het zijn vakmensen die verstand hebben van het leven in al z’n verschijningsvormen. Merkbaar en meetbaar!
Ontdek meer van welkom op bertmoormann.blog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.