Links en rechts dendert het landschap aan me voorbij, ik zie boeren, verzamelaars, zelfbouwers en anarchisten. De ruimte lijkt hier gratis. Goedkope gewassen voor de bio-industrie. Mensen die hun verleden schouderhoog opstapelen op hun erf. Mensen, soms met twee rechterhanden, die een leven lang aan een huis verbouwen plus nog meer volk dat hun vrijheid liever is dan een rijk sociaal leven in weelde. De randen van de beschaving opzoekend.
Ik rij met de trein door Noord-Duitsland. Op weg naar Kopenhagen. Alleen. Twee keer overstappen. M’n dochters volgen me op de voet via Polarsteps want ik heb de reputatie dat ik steevast in de verkeerde trein, metro of tram stap. Ik kan uit ervaring vertellen hoe abrupt deuren in het openbaar vervoer een einde maken aan een gezamenlijke reisbeleving. Van de jaren 80 in Oost-Berlijn via Rome enkele jaren gelden tot afgelopen zomer nog in München.
‘Papa moet je in de gaten houden zodra hij wordt losgelaten op het openbaar vervoer’, roepen drie dochters in koor terwijl ten minste één van hun me stevig in de armen neemt zodra een station opdoemt.
Ooit had ik een collega waarmee ik door de Verenigde Staten reisde. Hij reisde veel vaker, ook naar landen waar ze onleesbaar schrijven en onverstaanbaar praten. Telkens als we samen reisden, moest ik hem bij de les houden. Ooit kreeg ik de baart eraf van een grondstewardess in Los Angeles. Ze vond dat ik ervoor moest zorgen dat m’n collega reageerde als ze zijn naam onverstaanbaar door de vertrekhal schreeuwde om z’n instapkaart te halen. Toen werd mij nog veel verantwoordelijkheid toegedicht tijdens het reizen. Maar dit terzijde…
Tot dusver is het goed gegaan. Het is me gelukt, 12.52uur, perron 5 in plaats van 11, treinstel 7, stoel 56. Op naar Kopenhagen! Zelfs een perronwissel in Hamburg kon me niet van de wijs brengen. Eerlijk is eerlijk, het was op het nippertje omdat ik tijdens het eten van een kaneelbroodje onbedoeld op het informatiescherm keek. Rood trok de aandacht en bracht mij in beweging naar het juiste perron. Opgelet! Perronwijzing. Kopenhagen lag ineens 6 perrons verderop.
Zonder geluk ben je nergens in je eentje.
Alleen op reis dus. Wat een mazzelkont ben ik dat m’n gezin me deze ruimte geeft. Niet voor het eerst overigens. M’n vrouw zei in het verleden wel eens tegen me ‘dat het weer tijd werd om er alleen op uit te gaan.’ Ze kent me langer dan ik mezelf.
Ik ga niet voor de rust, dat kan ik in en om het huis meer dan voldoende vinden. Ik ga voor de uitdaging, om m’n creativiteit te voeden. Dat lukt in een stad soms beter dan op het platteland. In de trein bereid ik m’n reisdoelen voor. Architectuur, kunst en mensen kijken zullen de rode draad van dit vier dagen durend uitstapje vormen.
Als ik vrijdagavond weer naar huis rij kan ik m’n gedachten al voorspellen: ‘Allenig moe’j ’t ok kunnen, je moet ‘t allennig niet altied willen!’
Ontdek meer van welkom op bertmoormann.blog
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.