Wacht! Ik zoek een huis!

Mensen moeten lang wachten op een huurhuis. Dit kopte de NOS vanochtend. Ook bij Domesta werkten we mee aan het onderzoek door onze cijfers aan te leveren. De woningmarkt is geen dag uit het nieuws. En dat is logisch. Het is de basis onder ons bestaan. Een dak boven je hoofd is een plek waar je tot rust komt. Waar je zelf de baas bent.

Voor ongeveer 35.000 mensen geldt dit niet. Ze zijn dakloos. Staan in veel gevallen niet eens ingeschreven voor een huis. Toch zijn deze mensen niet elke dag in het nieuws.

De wachttijden in Drenthe vielen mij tegen. Ik zeg altijd dat je tussen een jaar en twee jaar moet wachten voordat je de sleutels voor een huurhuis in handen hebt. Het onderzoek van de NOS laat zien dat dit veel langer is. Maar liefst tussen de 3 en 8 jaar moeten Drenten wachten voordat ze aan de beurt zijn volgens de gepresenteerde cijfers.

Maar klopt dit wel?

Een wachttijd van 3 tot 8 jaar is voor mij onherkenbaar. Maar let op. We hebben het over de inschrijftijd. Het moment dat je besluit om je in te schrijven als woningzoekende tot het moment dat je verhuist naar het huis van je keuze. We kennen situaties waarbij mensen een huis huurden nadat ze meer dan 10 jaar stonden ingeschreven. En dat vonden ze prima. Want ze waren er niet eerder aan verhuizen toe.

Maar toen ze eraan toe waren hadden ze ook niet meteen een huis. Bijvoorbeeld op het moment dat de gezondheid minder werd en de grote gezinswoning plaats moest maken voor een huis zonder trap. Het eerste huis dat voorbijkwam en de interesse wekte werd afgewezen. Te ver van de winkels. Het tweede huis dat de interesse wekte was een appartement dat boven het winkelcentrum lag. Ideaal. Dit huis moest het worden.

Inschrijfduur of actieve zoektijd?

De tijd tussen het moment van het afwijzen van het eerste huis en het tekenen van het huurcontract van het geschikte huis bedroeg slechts 8 maanden. Dit noemen we actieve zoektijd. Het moment tussen de eerste reactie op een huis dat interessant lijkt en de daadwerkelijke keuze voor een huis. De actieve zoektijd is veel korter zoals je zult begrijpen. In de praktijk tussen de 1 en 2 jaar op de meeste plaatsen in Drenthe.

En de beschreven situatie is niet uitzonderlijk. Het zijn mensen met een verhuiswens. Mensen die de tijd hebben om het juiste huis te kiezen. Het zijn geen daklozen of mensen die in een crisis verkeren. Dit gaat over 2 van de 3 woningzoekenden naar een sociale huurhuis in Drenthe.

Het komt zeker ook doordat mensen uit het westen in Drenthe willen wonen?

We zien geen significante stijging van het aantal woningzoekenden in Drenthe van buiten de regio. Meer dan 95% van de huidige woningzoekenden komt uit de regio zelf. Ik hoor makelaars over de massale toestroom van mensen uit de randstad naar Drenthe. Het zou kunnen. Op de sociale huurmarkt zien we dit effect niet.

30% van de huurhuizen is niet bereikbaar voor woningzoekenden

Maar liefst 1 op de 3 van de vrijkomende sociale huurhuizen krijg je niet eens te zien als reguliere woningzoekende. Deze huizen gaan naar mensen die voorrang krijgen. Urgent woningzoekenden noemen we deze mensen. Mensen waarvan het huis wordt gesloopt en tijdelijk ergens moeten wonen voordat ze terug kunnen keren. Mensen die uit een crisisgebied naar ons land komen. Mensen die vanwege huiselijk geweld hun huis zijn ontvlucht. Mensen die vanwege plotselinge ziekte niet meer in hun huis kunnen wonen. Mensen die vanwege ouderdom snel een ander huis nodig hebben. Mensen die voorheen bij een zorginstelling wonen en weer op eigen benen kunnen staan. Mensen die een gevangenisstraf hebben uitgezeten en hun leven weer op de rails willen brengen. Deze mensen moeten hun levens opnieuw op de rails krijgen. Veel te kiezen hebben ze niet.

Onze jongeren kunnen niet in het dorp wonen!

De woningmarkt is altijd in beweging. Het bouwen en aanpassen van huizen gaat altijd trager dan het gedrag van de markt en van de mensen die op zoek zijn naar een huis. Kijk nu bijvoorbeeld eens naar de starters. Veel jongeren trekken weg om te studeren en te gaan werken op plekken met een uitdagende baan voor zichzelf én voor de partner.

Hypotheekregels zijn verzwaard waardoor jongeren meer spaargeld mee moeten nemen om een eigen huis te kopen. En dit terwijl het leenstelsel is ingevoerd en er ook veel mensen op jonge leeftijd al kampen met problematische schulden. En al kun je een hypotheek krijgen dan zijn de huizen op dit moment bijna onbetaalbaar voor veel jongeren. Dit was enkele jaren geleden heel anders en dat geeft maar aan dat omstandigheden snel kunnen veranderen.

En als je dan ook nog onvoldoende wachttijd hebt opgebouwd kom je ook niet snel aan een huurhuis. Laat staan dat je genoeg verdient voor een ‘vrije sector huurhuis’ met een huur boven de €750 per maand. Of dat je te veel verdient voor een sociale huurhuis. Dan zit je klem.

Eerlijk is eerlijk. We kunnen nog meer onderzoek doen naar de woonwensen onder de groep jongeren. En ik vermoed zo maar dat hier een bouwopgave voor zowel de koop, de sociale, en de vrije huursector uit voort vloeit.

Hoe zit het met de driedubbele vergrijzing?

Hetzelfde geldt voor ouderen die hun grote gezinshuis achter laten en een huis willen dat kleiner is. Een huis waarbij je geen trap nodig hebt om je binnenshuis te verplaatsen.

In het Noordoosten van het land moeten we vooral werk maken om voldoende geschikte huizen te hebben voor onze ouderen. Jongeren trekken weg, er komen meer ouderen en we worden ook nog eens ouder dan in het verleden. Dit betekent dat we huizen voor gezinnen slopen om er huizen voor ouderen voor terug te bouwen. Hiervoor is meer ruimte nodig maar kunnen we ook meteen zorgen voor meer energiezuinige huizen.

Een Drent woont niet in een appartement!

En de moderne oudere wil iets te kiezen hebben. We moeten dus ook meer verschillende soorten huizen bouwen. Dus niet alleen appartementen maar ook huizen met een tuin, huizen met buren die elkaar ondersteunen en huizen voor ouderen op plekken waar ook jonge gezinnen wonen.

Dus daarom het Deltaplan voor het wonen?

Het Deltaplan voor het wonen in het noorden is afkomstig van ondernemers, de wethouders economie en de gedeputeerden met mobiliteit in de portefeuille. Hun bedoeling is om de Lelylijn aangelegd te krijgen. Een spoorlijn tussen Groningen en Amsterdam waardoor Amsterdammers in het noorden gaan wonen en in Amsterdam blijven werken. Hierdoor kan de druk van de randstedelijke woningmarkt worden verlaagd en kan het noorden groeien.

Op deze wijze verwachten de initiatiefnemers veel hoogopgeleide, rijke, jonge gezinnen naar het noorden te trekken.

De lobby is vooral bedoeld voor het binnenhalen van de spoorlijn.

Snellere leegloop door betere bereikbaarheid!?

Het risico van het plan is dat betere bereikbaarheid ook een averechts effect kan hebben op de ontwikkeling van een regio. Het gebied kan nog sneller leeglopen* omdat er geen noodzaak is om te verhuizen vanuit Zwolle, Lelystad of Almere naar het noorden.

Waarom zou je huis en haard verlaten voor minder dan een uur reistijd? Ik zie dat aan mijn collega’s uit Zwolle en Groningen die in Emmen werken. Door de A37 naar Zwolle en de Q-liner naar Groningen ben je binnen het uur aan het werk. En de partner werkt ook vaak op minder dan een uur reistijd vanaf huis. Goede bereikbaarheid maakt het in dit geval minder noodzakelijk om, in dit voorbeeld naar Emmen, te verhuizen.

Het ligt allemaal wat genuanceerder dan de initiatiefnemers van het Deltaplan bepleiten. Een plek om te wonen is niet altijd ingegeven door ratio of logica. Er spelen veel meer factoren mee waarom mensen op een bepaalde plek willen wonen.

Moeten we dan niets doen?

Persoonlijk ben ik voor beter openbaar vervoer en hoop ik dat de Lelylijn er snel komt. En dan zien we wel of het positief werkt voor het aantrekken van bedrijvigheid. Dan houden we hier werk en misschien trekken we mensen aan. Dan gaan we uiteraard zorgen dat deze mensen ook goed kunnen wonen. Als daarvoor tenminste voldoende ruimte beschikbaar is.

Ook wens ik vurig dat de Nedersaksenlijn wordt aangelegd. Een treinverbinding tussen Groningen via Stadskanaal en Emmen naar Enschede. We hebben veel gemeen met de oosterlingen waarmee we intensief samenwerken op het gebied van het wonen. We lijken veel op elkaar, verstaan elkaar en hebben weinig woorden nodig om elkaar te vinden. Het lijkt mij geweldig goed nieuws als het nieuwe kabinet besluit tot de aanleg van beide spoorlijnen.

De feiten tellen!

Het wonen domineert het nieuws. En dat is van alle tijden. Het is een belangrijk onderwerp. Er is werk aan de winkel. Wat we nodig hebben is een lange termijnvisie op wonen, werken en leven in het noorden van het land. Het is een genuanceerde opgave. Om te zorgen dat het juiste huis voor de juiste woningzoeker op het juiste moment beschikbaar is. En dat is ingewikkelde opgave in een tijd waarin alles in beweging lijkt en ervaringen uit het verleden niet meer lijken te werken.

En laten we ook goed kijken naar de feiten. Wat is de echte wachttijd voor een huis? En vinden we dit acceptabel? Maar ook wat een betere bereikbaarheid betekent voor de ontwikkeling van de leefbaarheid en economie. Wat betekent de energietransitie voor de noordelijke economie en woonomgeving? Biedt natuur-inclusieve landbouw kansen? Er zijn talrijke (internationale) studies voor handen over deze thema’s.

In de Scheef campagne communiceren we de genuanceerde aanpak van het wonen. We spraken met Kamerleden, woordvoerders wonen en met ambtenaren. Wat helpt is een degelijk, goed onderbouwd, verhaal. De problemen in de woningmarkt zijn niet in één bestuursperiode ontstaan. Ze zullen ook niet zijn opgelost in dezelfde periode.

Ik zou de mensen achter het Deltaplan voor het Noorden willen uitnodigen om zich achter de Scheef campagne te scharen. Zodat we ons samen kunnen inzetten voor goed wonen in een leefbaar Noord Nederland.

*Burger et al., 2015; Meijers et al., 2015a

2 gedachtes over “Wacht! Ik zoek een huis!

Plaats een reactie